Vorige week werd ik gebeld door Marieke. Ik had vier maanden geleden de uitvaart van haar 'Moeke' verzorgd. Ze vertelde dat ze de uitvaart als heel bijzonder had ervaren. Het was zo’n groot verschil geweest met hoe het bij hun 'Pake' ging.
Pake had aangegeven dat hij na zijn overlijden uit huis gebracht moest worden. Hij wilde niet dat iemand hem daarna nog zou zien. ‘’Dood is dood, en ik wil geen ‘poppekastje’ kijken’’, had Pake gezegd. En zo gebeurde het ook.
Nadat Moeke in een verzorgingshuis was overleden werd ze naar haar eigen huisje gebracht en daar op haar eigen bed opgebaard. Haar zoon woonde één huis verder. In de dagen tot de uitvaart was het een heen en weer geloop van kinderen en kleinkinderen die elkaar aflosten bij het bed van hun Moeke.
Op de dag van de uitvaart heb ik de baarplank naar het huisje gebracht en me daarna teruggetrokken in de tuin met een kopje koffie. De kinderen hebben Moeke samen van bed getild en haar in een Afrikaanse doek gewikkeld. Daarna legden ze haar op de baarplank. In de plooien van haar doek werden bloemen en bladeren gestoken. Toen ze klaar waren riepen ze mij erbij en lieten ze me trots zien hoe het geworden was. Het was voor mij zo mooi om te zien hoe liefdevol zij dit met elkaar deden.
In de aula van het crematorium werd de baar op schraagjes gezet. Dit afscheid zou in besloten kring plaatsvinden en de kinderen en kleinkinderen gingen in een kring om de baar heen staan of zitten. Er was geen programma, alleen de muziek was van te voren uitgezocht.
Het ontstond allemaal vanzelf. Af en toe nam iemand het woord om een herinnering aan Moeke op te halen. Er werd gelachen om een grappige anekdote, er waren tranen om een dierbare herinnering. Een kleinzoon zong een liedje voor Moeke en een dochter vertelde voor het laatst aan haar Moeke hoe trots zij op haar was. Bij het laatste muziekstuk werd er om de baar gedanst. Daarna werd Moede door haar kinderen en kleinkinderen begeleid naar de ovenruimte.
Marieke vertelde aan de telefoon dat deze manier van afscheid nemen bij haar bepaalde angsten had weggenomen. Dat er daardoor bij haar zelf ruimte was gekomen om een aantal dingen rondom haar eigen uitvaart los te laten en die te zijner tijd in te laten vullen door haar man en kinderen.