Het enige waar Rajko zich voor zijn dood over uitgesproken had was dat hij begraven wilde worden.
Rajko, geboren in Joegoslavië, woonde al jaren met Margriet en hun kinderen in Zwolle. In het eerste gesprek met de familie is al snel duidelijk dat Rajko, ondanks zijn ziek zijn, niet kon praten over zijn eigen sterfelijkheid. Zijn motto was: “Zolang je leeft, ben je niet dood”. Dit was ontstaan vanuit zijn culturele achtergrond.
Is het dan lastig om een uitvaart vorm te geven?
Al pratend met zijn naaste familie wordt besloten dat het afscheid een mengeling van twee culturen mag worden. De laatste zorg, het wassen en kleden, wordt door Margriet zelf gedaan. Er wordt geen kaart als uitnodiging verstuurd, maar een pamflet zoals een sterfgeval in Joegoslavië wordt aangekondigd. Op de dag van de uitvaart is er een klein intiem afscheid, waarbij geen woorden nodig zijn. Een ieder herinnert zich in gedachten de momenten met Rajko samen.
Na afloop van de begrafenis wordt er thuis met traditionele hapjes en een drankje nagepraat. Het afscheid van Rajko bracht nieuwe herinneringen voor het leven.